Monday, February 26, 2007

Indri(ngers)



Een overwinning. Nog net binnen de vier weken is het me gelukt om me als echte Gasy voor te doen. Bij de ingang van het Andasibe park zijn we naar binnen gedrongen om ons aan de indri te vergapen. Aangezien mijn begroeting in de lokale taal al aardig loopt vraagt de kaartverkoper of ik Gasy ben. Ik zeg nog neehee op zijn malagasy en mijn rode neus zou me toch moeten verklappen, maar hij vindt het al leuk genoeg. Dus nu betaal ik ineens 25 keer zo weinig. Niet dat ik het meteen doorhad, maar mijn Malagasy gids nam het stokje over en lulde zich vervolgens makkelijk naar binnen, een schaterlach onderdrukkend.

Dan begint de tocht. Over gebaande paden, houten bruggetjes en vervolgens wel echt door over de natte grond van het regenwoud. Gelukkige bijkomstigheid is dat het eventjes niet regent, zodat we droog op zoek kunnen naar de Indri, ofwel de Babakoto. Natuurlijk zitten er hier en daar de onvermijdelijke enorme spinnen, maar daar kijk ik ondertussen nauwelijks meer van op. Terloops wijst de parkgids een plant aan die hypertensie tegengaat, en vervolgens komen we langs nog een lading mij onbekende plantvormen, die schijnbaar alleen op Madagaskar voorkomen. Ik moet toegeven, de vormen komen mij wat ongewoon voor

Na een uur als een gek door het regenwoud razen, hebben we nog steeds geen indri gezien. Blijkbaar heeft deze familie geen zin. De 2e familie die we zoeken, hebben we echter binnen no time gevonden. Vader en moeder met hun 2 kinderen halverwege een boom. De ouders vertrekken snel hoger de boom in, maar de kids willen nog wel even een vlooi/vecht/streel-toneelstukje opvoeren, waarna ook zij de boom van hun ouders op zoeken.

Prachtig natuurlijk dit stukje evolutie dat Darwin ooit nog eens heeft doen sidderen. Jammer is alleen dat je vervolgens naar een restaurant gestuurd wordt waar echt werkelijk geen sprankje lokale cultuur of natuur te bekennen is, en alleen maar verveelde vazaha hun roodverbrande huid komen showen. Maar laat ik het daar niet teveel over hebben

De indri vinden is natuurlijk leuk, maar de jacht is, als zo vaak, leuker dan de vangst. De reis door dit land van rijstvelden is prachtig op zich. De rode aarde steekt prachtig af tegen de groene of gele rijstplanten. En als de zon even doorbreekt ziet het er lekker uit hier op Madagaskar. Ook is het voornemen geboren om nog een keer een pouspous-race te houden. Elke kleinere stad dan Tana blijkt hier een systeem te hebben van deze 1 Mk machines, oftewel een mannetje dat een wagentje met een stoel erop vooruit trekt. Dus je kunt je bij mij inschrijven voor een toernooitje.

In een van deze steden beleefde ik ook onze eerste aanrijding. Maar gelukkig klaagde de aangeredene nergens over. Hij had ook gewoon op de stoep moeten lopen, of op zijn minst even op moeten letten toen er een grote vrachtwagen ons tegemoet kwam. Er was simpelweg geen plaats voor hem op de weg, en wij konden niet meer op tijd volledig tot stilstand komen.

Dan de terugweg. Er was even een verkeerde berekening gemaakt, en dus te weinig benzine in de tank gegooid. We hadden geen rekening gehouden met het bergachtige landschap. Het Merina volk komt blijkbaar niet vaak genoeg van hun hoogplateau af. Dus ergens halverwege staan we zonder diesel. Maar niet getreurd, er is een klein winkeltje iets verderop, en 300 meter terug staat een vrachtwagen. De chauffeur daarvan is zo vriendelijk om ons voor schrikbarend hoge prijzen wat van zijn brandstof te verkopen, maar we kunnen weer verder.

Zo komen we toch ’s avonds weer in Antananarivo. De feesttenten worden alweer afgebroken nadat de inauguratie van de nieuwe ringweg een nieuwe traditie heeft gecreeerd. Dat wil zeggen dat er nu elke zondag feest is op de nieuwe weg. Je moet er maar opkomen.


No comments: